De basis van iman

In het woordenboek betekent het woord “īmān”: het geloven in iets. In religieuze termen betekent het begrip “īmān” het volgende: vanuit het hart geloven in datgene wat door Allah naar de profeet Mohammed is gebracht en met de mond dit geloof bevestigen.

De īmān wordt in tweeën verdeeld:

a) De globale īmān
b) De exacte īmān 

a) De globale īmān: het geloven in Allah en in het gegeven dat Mohammed (vrede zij met hem) de Profeet van Allah is. De beginselen van het geloof worden in het Woord van de Tawhīd en de Sjahāda gezamenlijk en samengevat uitgedrukt. Een mens is toegetreden tot de Islam als hij het Woord van de Tawhīd of de Sjahāda heeft uitgesproken en vervolgens vanuit het hart in deze woorden gelooft. Echter, voor een moslim is dit niet toereikend. Een moslim hoort de beginselen van het geloof te kennen en dient te geloven in alle aparte bouwstenen ervan.

b) De exacte īmān: het geloven in alle aparte bouwstenen van de beginselen van het geloof. Een andere benaming voor “exacte īmān” is “gedetailleerde īmān”.

De beginselen van de iman worden ook wel de “zuilen van het geloof” genoemd. Dit zijn er zes:

  1. Het geloven in Allah
  2. Het geloven in de Engelen
  3. Het geloven in de Boeken
  4. Het geloven in de Profeten
  5. Het geloven in de Dag des Oordeels
  6. Het geloven in de qadar (lotsbeschikking van de mens), (en) dat het goede en het slechte door Allah is geschapen

Deze beginselen van het geloof zijn verzameld in de “Āmantu”. Iedere moslim moet de Āmentu samen met de betekenis kennen. De “Āmantu” is als volgt:

amantuUitspraak:Āmantu billāhi wa malāikatihī wa kutubihī wa rusulihī wa’l-yawmi’l-Ākhiri wa bi’l-kadari khayrihī wa sjarrihī minallāhi Taālā. Wa’l-ba‘su ba‘da’l-mawti haqqun. Asjhadu an lā ilāha illallāh, wa asjhadu anna Muḥammadan abduhū wa rasūluh.”

Vertaling: “Ik geloof in Allah en de Engelen van Allah en de Boeken van Allah en de Profeten van Allah en in de Dag des Oordeels en in de qadar (de lotsbeschikking). De opwekking na de dood is waar. Ik getuig dat er geen God is dan Allah, en ik getuig dat Mohammed (vrede zij met hem) de dienaar en de boodschapper van Allah is.” 

GROEPEN MENSEN TEN AANZIEN VAN HET GELOOF 

Mensen worden op grond van hun houding ten opzichte van het geloof in drie groepen verdeeld:

1) Mu’min (gelovigen): Diegene die met het hart gelooft in het bestaan en in de eenheid van Allah; hij gelooft dat Mohammed (vrede zij met hem) de Boodschapper van Allah is; degene die dit geloof met zijn mond uitspreekt wordt een “mu’min” genoemd.

2) Munāfiq (huichelaar): een “munāfik” is iemand die (met zijn mond) zegt dat hij in Allah en de profeet Mohammed (vrede zij met hem) gelooft, maar in feite dit geloof niet vanuit zijn hart bevestigt.

3) Kāfir (ongelovigen/ontkenner): een “kāfir” is iemand die zowel met het hart als met de mond in Allah en in de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) weigert te geloven.

Degenen die de mu’min zijn zullen het eeuwige en gelukkige leven in het Paradijs bereiken; huichelaars en ongelovigen zullen het Paradijs niet binnentreden, vanwege hun ongeloof zullen ze zelfs in de Hel een bestraffing ondergaan.