HET GELOOF IN DE BOEKEN

De betekenis van wahy is: iets heimelijk en snel informeren.
DE AARD VAN DE OPENBARINGEN

De betekenis van wahy is: iets heimelijk en snel informeren. In religieuze termen van de openbaringen betekent de wahy het volgende: de informatie die rechtstreeks door Allah of door middel van een boodschapper aan de profeten wordt vermeld.

De dingen die Allah aan Zijn uitverkoren dienaren bekendmaakt geschieden op enkele speciale manieren; Allah heeft Zijn woord via verschillende soorten openbaringen aan de profeten bekendgemaakt.

SOORTEN OPENBARINGEN

1- Oprechte dromen: Allah heeft de kennis door middel van een ware droom aan zijn profeten bekendgemaakt. De eerste openbaring van onze geliefde profeet begon met een oprechte droom. Alles wat onze profeet in zijn droom had gezien werd nadien echt verwezenlijkt.

2- Openbaringen door een ingeving: Allah plaatst sommige dingen in de harten van de profeten, dingen waarnaar Allah zelf naar verlangt.

3- Woorden achter een gordijn: Het horen van de woorden van Allah zonder een spreker gezien te hebben.

4- Openbaringen door middel van een boodschapper (engel): De Almachtige Allah heeft Zijn woorden aan de profeten bekendgemaakt door een engel te zenden.

De engel die de woorden van Allah aan de profeten verkondigd, verscheen ook wel eens in zijn eigen gedaante, soms ook in de vorm van een mens. Degenen die daar aanwezig waren, zagen hem en hoorden zijn stem.

Op sommige tijden was de engel zelf niet zichtbaar voor de profeten, maar verkondigde hij wel de openbaring aan de profeten.

De openbaring van de Koran werd als de vierde soort verkondigd. Namelijk, door een boodschapper te zenden die de Koran aan onze profeet heeft verkondigd.

De grootste engel genaamd “Jibrīl/Cebrāīl” is de boodschapper die de Koran van Allah naar profeet Mohammed (vrede zij met hem) heeft gebracht.

DE HEILIGE BOEKEN EN BLADZIJDES VAN ALLAH

Eén van de zes verplichtingen van de īmān is om te geloven in de boeken van Allah. De Almachtige Allah heeft, door middel van profeten, boeken gezonden aan Zijn dienaren. In deze boeken worden de geboden en de verboden van Allah bekendgemaakt. De boeken van Allah leren de dienaren om de plichten van Allah uit te voeren. De boeken van Allah laten de wegen zien om in deze wereld en in het Hiernamaals gelukkig te zijn.

Wij, als moslims, geloven in alle heilige boeken die naar de profeten zijn gezonden. Echter, we weten wel dat andere heilige boeken van Allah naderhand zijn geschonden en veranderd. Om die reden geloven we in de heilige boeken die destijds naar de profeten zijn gezonden en niet in de boeken die in deze tijd zijn veranderd. De Koran daarentegen is zorgvuldig beschermd en onveranderd gebleven, zoals deze aan profeet Mohammed is geopenbaard.

Allah heeft ook kleine boeken naar de profeten gezonden, bestaande uit een paar bladzijden. Deze bladzijden worden ook wel “suhuf” genoemd.

De andere boeken worden wel “de vier grote boeken” genoemd.
De bladzijden zijn aan de volgende profeten gezonden:

  • 10 bladzijden aan de profeet Adam (vrede zij met hem).
  • 50 bladzijden aan de profeet Shīt (vrede zij met hem).
  • 30 bladzijden aan de profeet Idrīs (vrede zij met hem).
  • 10 bladzijden aan de profeet Ibrāhīm (vrede zij met hem).

Het totale aantal van deze bladzijden bedraagt 100 bladzijden.

En de vier grote boeken zijn:

  • Tawrāt aan de profeet Mūsā,
  • Zabūr aan de profeet Dāwūd,
  • Injīl aan de profeet Īsā,
  • En de Koran is aan de profeet Mohammed (vrede zij met hem) gezonden.
DE NEERDALING VAN DE HEILIGE KORAN

Voordat het profeetschap aan de profeet Mohammed (vrede zij met hem) werd gegeven, had hij zich voor een tijdje teruggetrokken gehouden in een grot van de berg “Hira”. Profeet Mohammed (vrede zij met hem) hield zich bezig met het gedenken van de grootsheid van Allah.

Op een maandagavond in de maand van de Ramadan, in het jaar 610, had de profeet zich weer teruggetrokken in de grot van de berg Hira. Hij wendde zich tot Allah met zijn hart en met zijn gehele bestaan. Op dat moment kwam de engel Jibrīl/Cebrāīl met het gebod van Allah naar ons Profeet toe. De engel zei: “Lees.” Dit bevel herhaalde Cebrāīl drie keer. Onze geliefde Profeet zei: “Wat moet ik lezen?”. Hierop verkondigde de engel Cebrāīl de eerste vijf verzen van de Koran. De eerste openbaring vond plaats en de Koran zou nadien in fragmenten worden onthuld.

Onze Profeet (vrede zij met hem) was 40 jaar toen de eerst openbaring kwam. In de Koran wordt dit hoofdstuk in de soera “al-Alaq” beschreven. De betekenis van de eerste vijf verzen is als volgt:

“Lees voor! In de naam van jouw Heer, Die heeft geschapen. Hij heeft de mens geschapen van een bloedklomp. Lees voor! En jouw Heer is de Meest Edele. Degene Die onderwezen heeft met de pen. Hij heeft de mens onderwezen wat hij niet wist.” 

Na deze openbaring meldde de Koran dat Mohammed (vrede zij met hem) de laatste profeet was. De verzen van de Koran daalden soms vers voor vers neer. Soms daalden er hoofdstukken (soera’s) neer. De gehele inhoud van de Koran is in 23 jaar geopenbaard. De verzen daalden vaak neer op een vraag of op een gebeurtenis. De reden waarop de verzen zijn neergedaald naar aanleiding van een vraag of een gebeurtenis wordt: “asbāb al-nuzūl” genoemd.

Het laatst geopenbaarde vers van de Koran is het hoofdstuk al-Baqara, vers 281. De betekenis is als volgt:

“En vreest de Dag waarop jullie tot Allah teruggevoerd zullen worden: dan zal iedere ziel beloond worden voor wat zij verdiend heeft, en zij zullen niet onrechtvaardig behandeld worden.” (2:281)

HET OPSCHRIJVEN EN HET VORMGEVEN VAN DE KORAN

De profeet (vrede zij met hem) riep na een openbaring klerken tot zich en gaf dan aan welke verzen bij welke hoofdstukken behoorden. De klerken schreven het op zoals ze aan de Profeet waren geopenbaard. De metgezellen van de profeet Mohammed lazen en onthielden de vele verzen die werden geopenbaard. Op die manier is de Koran vanaf de dagen van onze Profeet beschermd gebleven door hem zowel te noteren als te memoriseren. Omdat de verzen bleven neerdalen toen onze Profeet in leven was, konden de geschreven verzen niet tot één boek worden samengesteld. De Koran werd vervolmaakt nadat de openbaringen waren beëindigd.

Na de dood van onze profeet (vrede zij met hem), stichtte Kalief Aboe Bakr een commissie met de vooraanstaande metgezellen van Mohammed. Deze commissie verzamelde aparte bladzijden van de Koran en liet deze met elkaar vergelijken door de hāfiz(Iemand die de hele Koran geheel uit zijn hoofd kent). Zo werd de Koran tot één boek gevormd. Het vormen van de bijeengebrachte bladzijden van de Koran tot één boek wordt ook wel “Mushaf” genoemd.

Daarbij werden de soera’s volgens de opvattingen van onze Profeet in een bepaalde volgorde gezet. Deze Koran, die tot één boek werd gevormd, is onder bescherming van de eerste Kalief Abū Bakr bewaard gebleven.

Later heeft de derde Kalief ‘Uthmān de Koran laten verveelvoudigen en naar verschillende islamitische landen gestuurd, ten einde de Islam te verspreiden.

De Koran die onze Profeet volgens de openbaringen van Allah heeft gekregen is beschermd gebleven en is tot op de dag van vandaag zonder enige verandering beschikbaar; deze situatie zal tot het einde van de wereld voortbestaan. De Koran die we vandaag in onze handen hebben is de Koran die in de tijd van onze Profeet werd geschreven en onthouden en in de tijd van Abū Bakr tot één boek werd gevormd, dat naderhand door ‘Uthmān werd verveelvoudigd.

DE BIJZONDERHEDEN VAN DE KORAN

De Koran is het heilige boek van de moslims dat door Allah aan de laatste en grootste profeet Mohammed (vrede zij met hem) is gezonden.

Er zijn vele bijzonderheden die de Koran superieur maken en doen onderscheiden ten opzichte van de andere heilige boeken.

Dit zijn de belangrijkste kenmerken:

  • De Koran is tot ons gekomen zonder enige verandering, geheel zoals hij aan onze Profeet is geopenbaard. En tot aan de Dag der Opstanding zal hij onveranderd blijven.
    Sommige heilige boeken zijn volledig verloren geraakt. Andere heilige boeken kunnen als verloren worden beschouwd door de vele veranderingen die ze hebben ondergaan; geen van hen kon niet worden beschermd.

De Almachtige Allah verzekert met dit vers om de Heilige Koran te beschermen:

“Voorwaar, Wij zijn het Die de Vermaning (de Koran) hebben neergezonden. En voorwaar, Wij zijn daarover zeker de Wakers.” (15:9)

Allah heeft de Koran werkelijk beschermd tot op de dag van vandaag, en Hij zal hem ook tot aan de Dag des Oordeels beschermen.

  • De Koran is niet als geheel neergezonden. De verzen en hoofdstukken daalden gedeelte voor gedeelte neer, afhankelijk van tijd en gebeurtenissen. Dit zorgde ervoor dat het gemakkelijker was om de verzen en de hoofdstukken te begrijpen en te onthouden.
  • De Koran is het laatste boek van Allah. Na de Koran zal er geen ander boek komen. De geboden van de Koran zullen tot aan de Dag des Oordeels geldig zijn; zij zullen niet worden veranderd. Eerdere boeken werden alleen voor een bepaalde tijd gezonden.
  1. De Koran is een boek dat aan de hele mensheid is gezonden. De Koran voldoet aan de behoeften van elke eeuw en is vol van waarheid en van wijsheid. Andere heilige boeken zijn aan sommige volken gezonden.
  1. De Koran is het grootste en eeuwige wonder van onze profeet. Zowel de woorden als de betekenissen vormen een uniek wonder, met hoge waarheden.

 

ONZE PLICHTEN JEGENS DE HEILIGE KORAN

1) Elke moslim moet weten dat de Koran het woord van Allah is. Ook dient een persoon de Koran nauwkeurig proberen te lezen volgens de regels van de tajwīd.

2) Hij dient de Koran na de rituele wassing in zijn handen te nemen en met het lezen van “Aūdhu Basmala” te beginnen. Als het mogelijk is dient hij zichzelf naar de qibla te wenden tijdens het lezen van de Koran. Hij dient de Koran zeer fatsoenlijk te lezen. Hij hoort respectvol met de Koran om te gaan en te proberen om de betekenissen van de woorden te leren.

3) De Heilige Koran hoort op een schone plaats gelezen te worden; de Koran dient niet gelezen te worden op plaatsen waar mensen bezig zijn met andere dingen. De Koran hoort niet gelezen te worden bij plaatsen waar mensen niet zullen luisteren. De Koran hoort niet bij vieze plaatsen gelezen te worden.

4) Een moslim hoort met alle respect te luisteren naar degenen die de Koran aan het reciteren zijn.

5) De Koran hoort op een hoge en schone plaats bewaard te worden. De Koran hoort niet op een laaggelegen plaats te liggen.

6) Een moslim dient de geboden van de Koran uit te voeren en de verboden te vermijden. Een moslim zou passend moeten handelen ten aanzien van de morele principes in de Koran.