Wat betekenen Mu‘jizaa en Karāmah?

Mu‘jiza: Buitengewone gebeurtenissen die de profeten met behulp van Allah hebben getoond om hun profeetschap te bewijzen. Wonderen vormen een daad van het profeetschap. De verkondiging wordt op een juiste manier gedaan. Andere mensen kunnen geen wonderen verrichten, omdat ze daartoe niet in staat zijn. Wonderen tonen is alleen voor de profeten bestemd; wonderen vinden plaats met de toestemming en de macht van Allah.

Alle profeten hebben wonderen laten zien en hebben degenen die niet in hen geloofden hulpeloos tot zwijgen gebracht.

Karāmah: buitengewone gebeurtenissen die met behulp van Allah door nabije dienaren hebben plaatsgevonden. Deze buitengewone gebeurtenissen vormen een karāmah voor de nabije dienaren van Allah en een wonder voor de profeten.