Beloning, bestraffing, het paradijs en de hel

Goede daden zullen worden beloond. Daarentegen zal voor slechte daden bestraffing volgen. De mensen zijn naar deze wereld gezonden om beproefd te worden. De plichten die zij moeten vervullen zijn aan henzelf bekendgemaakt. Degenen die de geboden van Allah nakomen en zich weerhouden van de verbodene en die goed tegen de mensen zijn, hebben de beproeving behaald. En als vergoeding zal er een grote beloning aan henzelf gegeven worden. Iedereen zal volledige vergoeding van zijn daden in het Hiernamaals zien.

De Almachtige Allah vertelt het als volgt:

“En Wij zullen betrouwbare weegschalen opstellen op de Dag des Opstanding, zodat geen ziel iets van onrecht aangedaan wordt. En al gaat het om het gewicht van een mosterdzaadje: Wij zullen het naar voren brengen. En Wij zijn toereikend als Berekenaars.” (21:47)

Wie iets goeds deed ter grootte van een mosterdzaadje, zal het dan zien. En wie iets kwaads deed ter grootte van een mosterdzaadje, zal het dan zien.” (99:7-8)

Het Paradijs is de plaats waar de beloning is gereedgemaakt voor de gelovigen.

Er zullen gunsten in het Paradijs zijn die geen oog ooit heeft gezien en die geen oor ooit heeft gehoord en waar geen mens ooit van heeft kunnen dromen. Het Paradijs is een plaats vol met unieke schoonheden die de mens voortdurend behagen. De mens zal datgene vinden wat hij in zijn hart heeft gedacht en gehoopt. In het Paradijs is alles ingericht volgens de smaak van de mens. Hetgeen hij wenst zal onmiddellijk naast hem gereed zijn.

In het Paradijs is er geen ziekte, geen angst en geen verdriet. Daar zal de mens altijd in zijn jeugd verblijven, hij zal niet verouderen. Het leven van het Paradijs is eeuwig. Er is geen dood. Degenen die het Paradijs binnentreden zullen er nooit meer uitgaan. Hij zal datgene vinden waar hij naar verlangt. Met plezier en vreugde zal het leven tot in de eeuwigheid voortgaan.

In dit verband vertelt de Koran als volgt:

“Maar degenen die geloven en goede werken verrichten, zij zijn degenen die de bewoners van het Paradijs zijn. Zij zijn daarin eeuwig levenden.” (2:82)

“Voor hen is daarin wat zij wensen en aan Onze Zijde is er nog meer.” (50:35)

Degenen die de geboden van Allah niet nakomen, die zich niet van de zondes weerhouden en mensen kwaad aandoen, zij zullen in de Hel worden bestraft.

De Hel is de plaats in het Hiernamaals waar de ongelovigen, huichelaars, afgodendienaren en zondige gelovigen met vuur zullen worden gestraft. Degenen die zonder het geloof (īmān) komen te overlijden zullen hier voor eeuwig blijven.

Degenen die geloven, maar niet hebben gehandeld volgens de geboden van Allah, die zich niet aan de religieuze plichten hebben gehouden, zullen voor een bepaalde tijd in de Hel verblijven. Vervolgens zullen de zondige moslims naar het Paradijs gaan, nadat ze de bestraffingen in de Hel hebben ondergaan. De ongelovigen en huichelaars zullen voor eeuwig in de Hel blijven.

De Koran beschrijft de toestand van de ongelovigen en de huichelaars als volgt:

“Maar degenen die niet geloven en Onze Verzen loochenen, diegenen zijn de bewoners van de Hel, zij zijn daarin eeuwig levenden.” (2:39)

“Voorwaar, de huichelaars zullen in de laagste verdieping van de Hel zijn: jij zult nooit een helper voor hen vinden.” (4:145)