Onze plichten jegens de heilige Koran

1) Elke moslim moet weten dat de Koran het woord van Allah is. Ook dient een persoon de Koran nauwkeurig proberen te lezen volgens de regels van de tajwīd.

2) Hij dient de Koran na de rituele wassing in zijn handen te nemen en met het lezen van “Aūdhu Basmala” te beginnen. Als het mogelijk is dient hij zichzelf naar de qibla te wenden tijdens het lezen van de Koran. Hij dient de Koran zeer fatsoenlijk te lezen. Hij hoort respectvol met de Koran om te gaan en te proberen om de betekenissen van de woorden te leren.

3) De Heilige Koran hoort op een schone plaats gelezen te worden; de Koran dient niet gelezen te worden op plaatsen waar mensen bezig zijn met andere dingen. De Koran hoort niet gelezen te worden bij plaatsen waar mensen niet zullen luisteren. De Koran hoort niet bij vieze plaatsen gelezen te worden.

4) Een moslim hoort met alle respect te luisteren naar degenen die de Koran aan het reciteren zijn.

5) De Koran hoort op een hoge en schone plaats bewaard te worden. De Koran hoort niet op een laaggelegen plaats te liggen.

6) Een moslim dient de geboden van de Koran uit te voeren en de verboden te vermijden. Een moslim zou passend moeten handelen ten aanzien van de morele principes in de Koran.