Eén van de zes verplichtingen van de īmān is om te geloven in de boeken van Allah. De Almachtige Allah heeft, door middel van profeten, boeken gezonden aan Zijn dienaren. In deze boeken worden de geboden en de verboden van Allah bekendgemaakt. De boeken van Allah leren de dienaren om de plichten van Allah uit te voeren. De boeken van Allah laten de wegen zien om in deze wereld en in het Hiernamaals gelukkig te zijn.
Wij, als moslims, geloven in alle heilige boeken die naar de profeten zijn gezonden. Echter, we weten wel dat andere heilige boeken van Allah naderhand zijn geschonden en veranderd. Om die reden geloven we in de heilige boeken die destijds naar de profeten zijn gezonden en niet in de boeken die in deze tijd zijn veranderd. De Koran daarentegen is zorgvuldig beschermd en onveranderd gebleven, zoals deze aan profeet Mohammed is geopenbaard.
Allah heeft ook kleine boeken naar de profeten gezonden, bestaande uit een paar bladzijden. Deze bladzijden worden ook wel “suhuf” genoemd.
De andere boeken worden wel “de vier grote boeken” genoemd.
De bladzijden zijn aan de volgende profeten gezonden:
- 10 bladzijden aan de profeet Adam (vrede zij met hem).
- 50 bladzijden aan de profeet Shīt (vrede zij met hem).
- 30 bladzijden aan de profeet Idrīs (vrede zij met hem).
- 10 bladzijden aan de profeet Ibrāhīm (vrede zij met hem).
Het totale aantal van deze bladzijden bedraagt 100 bladzijden.
En de vier grote boeken zijn:
- Tawrāt aan de profeet Mūsā,
- Zabūr aan de profeet Dāwūd,
- Injīl aan de profeet Īsā,
- En de Koran is aan de profeet Mohammed (vrede zij met hem) gezonden.