ISLAM EN DE BIJZONDERHEDEN

De eerste van de zes verplichtingen van īmān (geloof) is om in Allah te geloven.
WAT IS RELIGIE

De definitie van religie (dīn) is: een systeem van goddelijke regelgeving dat voor degenen met een verstandelijk vermogen, via hun eigen vrije wil, het allerbeste, het meest juiste en het allermooiste doet bereiken.

Hieruit leiden we een aantal zaken af:

  1. Religie komt van Allah. Er bestaat dus geen andere macht die de bevoegdheid heeft om een religie te stichten.
  1. Religie is er alleen voor degenen met een verstandelijk vermogen. Met andere woorden, alleen degenen die over een gezond verstand beschikken dragen religieuze verantwoordelijkheid middels religieuze voorschriften.
  1. Religie wordt verkondigd door profeten. Profeten ontvangen de religieuze bepalingen van Allah en de profeten verkondigen dit aan de mensen.
  1. Het doel van religie is het bereiken van gelukzaligheid van de mens, zowel op aarde (dunyā) als in het Hiernamaals. Want het aanhangen van een religie onderwijst de mens het doel van zijn schepping en zijn verantwoordelijk tegenover zijn Schepper en de schepping. Ook weet hij dan onderscheid te maken tussen goed en kwaad. Hij leert hoe je het goede kunt bereiken. Op deze manier bereikt de mens gelukzaligheid op aarde en in het Hiernamaals.

Het is een misvatting om te denken dat religie uitsluitend uit een gewetensvolle overtuiging bestaat. Integendeel, het ultieme doel van religie is het bereiken van spirituele volwassenheid en het internaliseren van goede manieren (akhlāq).

HET DOEL VAN DE ISLAM

De Islām bevat een aantal basisbeginselen die blijvend zijn. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen drie categorieën van bepalingen: geloofsleer (ʿaqīda), religieuze daden (ʿamal) en gedragscodes (akhlāq).

a) Beginselen met betrekking tot ʿaqīda
ʿAqīda wordt ook wel “geloofsleer” of “credo” genoemd en betekent: het geloven in iets, het inwendig verbinden vanuit het hart. Fundamentele bepalingen die onderdeel uitmaken van de islamitische geloofsleer én van andere goddelijke religies zijn: het geloven in Allah en in Zijn eenheid, in Zijn engelen, in Zijn profeten, in Zijn boeken, in de Dag der Opstanding en in de Voorbeschikking.

b) Beginselen met betrekking tot ʿamal
Dit zijn beginselen die gaan over de bepalingen van de daden van mensen, de geboden en verboden. Aanbidding (ʿibāda) is hier een onderdeel van, in de vorm van een persoonlijke relatie tussen Allah en zijn dienaren.

Een ander wezenlijk deel van de beginselen met betrekking tot ʿamal, vormen de bepalingen over de onderlinge relaties tussen mensen (muʿāmala). Thema’s als eerbied voor de rechten van anderen en het vermijden van inbreuk op andermans leven, bezittingen en eer vallen onder deze categorie.

c) Beginselen met betrekking tot akhlāq
De beginselen over gedragscodes hebben ten doel om een mooiere staat van akhlāq, een opgevoed geweten en een verheven staat van de ziel te bereiken.

De islamitische bepalingen over ʿaqīda, ʿamal en akhlāq zijn er om zowel op individueel niveau als op macroniveau (dus voor de samenleving als geheel) gelukzaligheid te bereiken.

KENMERKEN VAN DE ISLAM
  1. De Islām is de laatst gezonden religie

Zoals eerder aangegeven zijn goddelijke religies ware religies en is de eerste ware religie verkondigd door profeet Ādam (vrede zij met hem), de eerste mens en tegelijkertijd de eerste profeet. Met de tijd hebben volgers van ware religies afstand genomen van de geloofsbeginselen en heeft Allah met de profeten die hij heeft gestuurd het monotheïsme vernieuwd. Op deze manier heeft Allah de door mensen geschonden religie doen corrigeren. Gedurende de schendingen door mensen zijn vooral religieuze bepalingen aangetast en hervormd, conform de tijdperk en omstandigheden. Zodoende heeft profeet Muḥammad (vrede zij met hem) als laatste profeet de Islām verkondigd, zoals hij deze geopenbaard kreeg door Allah.

Zoals profeet Muḥammad de laatste profeet is, is de door hem verkondigde Islām eveneens de laatste religie. De religie die gestoeld is op het beginsel van de éénheid van God begon met profeet Ādam, evolueerde tot een staat van volwassenheid en werd met de Islām vervolmaakt. Hierna zou er geen religie meer komen. De bepalingen van het islamitische geloof duren voort tot aan de Dag der Opstanding.

De laatste versie van iets, is ten opzichte van alle eerdere versies altijd perfecter. Dat geldt ook voor de Islām; die is vergeleken met eerdere monotheïstische godsdiensten de meest perfecte. Om deze reden houdt Allah alle mensen aansprakelijk conform de islamitische wetgeving en Hij laat ons weten dat Hij alleen genoegen neemt met degenen die de Islām omarmen.

  1. De Islām kent vaststaande beginselen

De Islām bevat een aantal basisbeginselen die blijvend zijn. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen drie categorieën van bepalingen: geloofsleer (ʿaqīda), religieuze daden (ʿamal) en gedragscodes (akhlāq).

a) Beginselen met betrekking tot ʿaqīda
ʿAqīda wordt ook wel “geloofsleer” of “credo” genoemd en betekent: het geloven in iets, het inwendig verbinden vanuit het hart. Fundamentele bepalingen die onderdeel uitmaken van de islamitische geloofsleer én van andere goddelijke religies zijn: het geloven in Allah en in Zijn eenheid, in Zijn engelen, in Zijn profeten, in Zijn boeken, in de Dag der Opstanding en in de Voorbeschikking.

b) Beginselen met betrekking tot ʿamal
Dit zijn beginselen die gaan over de bepalingen van de daden van mensen, de geboden en verboden. Aanbidding (ʿibāda) is hier een onderdeel van, in de vorm van een persoonlijke relatie tussen Allah en zijn dienaren.

Een ander wezenlijk deel van de beginselen met betrekking tot ʿamal, vormen de bepalingen over de onderlinge relaties tussen mensen (muʿāmala). Thema’s als eerbied voor de rechten van anderen en het vermijden van inbreuk op andermans leven, bezittingen en eer vallen onder deze categorie.

c) Beginselen met betrekking tot akhlāq
De beginselen over gedragscodes hebben ten doel om een mooiere staat van akhlāq, een opgevoed geweten en een verheven staat van de ziel te bereiken.

De islamitische bepalingen over ʿaqīda, ʿamal en akhlāq zijn er om zowel op individueel niveau als op macroniveau (dus voor de samenleving als geheel) gelukzaligheid te bereiken.

  1. De Islām is een universele religie

Niet alleen is de Islām de laatste religie, het is eveneens de religie van de hele mensheid. Buiten de Islām is er geen religie die dit kenmerk draagt.

Wanneer we kijken naar de Islām, is profeet Muḥammad (vrede zij met hem) de verkondiger ervan en tevens de laatste profeet. Anders dan eerdere profeten is hij niet gezonden naar een bepaald volk of een natie, maar naar de gehele mensheid, als een genade voor alle schepsels.

Met de komst van profeet Muḥammad (vrede zij met hem) als laatste profeet, is de religie die hij verkondigde bestemd voor de gehele mensheid.

BIJZONDERHEDEN TEN GEVOLGE WAARVAN DE ISLAM UNIVERSEEL IS

De Islam beschikt over vele bijzonderheden, ten gevolge waarvan deze religie universeel is. Enkele van deze bijzonderheden zijn:

  1. De Islam is de laatste gezonden religie aan de hele mensheid

De Islam is de laatste goddelijke religie die gezonden is aan alle mensen en zij zal zich tot aan de Dag des Oordeels voortzetten. Daarom heeft de Profeet gedurende zijn profeetschap brieven verstuurd aan staatshoofden, met als doel de ware religie aan alle volkeren te verkondigen en hen zo aan te sporen om de Islam te aanvaarden.

  1. De Islam is een religie van verstand en kennis

De Islam hecht veel waarde aan het verstand. Het is noodzakelijk om een verstandelijk vermogen te bezitten teneinde verantwoordelijkheden te kunnen dragen. Onze godsdienst hecht ook grote waarde aan het opdoen van kennis. De Islam beveelt moslims voortdurend te leren, en laat weten dat het opdoen van kennis voor iedere moslim farḍ (verplicht) is.

  1. De Islam is de religie van de wereld én het Hiernamaals

Het doel van de Islam is dat de mens gelukkig is in deze wereld én in het eeuwige leven van het Hiernamaals. Onze religie zorgt ervoor dat mensen gelukkig zijn in ieder tijdperk en dat ze een staat van verhevenheid bereiken. Ook heeft de Islam principes geformuleerd en opgelegd die antwoord geven op de persoonlijke en gemeenschappelijke behoeften van mensen en maakt zij ons wegwijs om zowel op deze wereld als in het Hiernamaals gelukkig te worden. Deze principes van de Islam kunnen als volgt worden samengevat: “Werk voor dit leven alsof je eeuwig zult leven, en werk voor het Hiernamaals alsof je morgen zult sterven.”

  1. De Islam is een religie van gemak

Er bestaat geen ongemak in de Islam. De geboden van onze godsdienst zijn er om ons volwassen te doen worden en ons voor te bereiden op een eeuwig leven. Om aanbiddingen te verrichten kent de Islam veel gemak toe aan mensen, rekening houdend met hun situatie. Reizigers, bijvoorbeeld, hoeven maar twee raka’ah (eenheden) farḍ te verrichten tijdens het gebed in plaats van vier raka’ah. Degenen die het gebed niet staand kunnen uitvoeren, mogen het zittend verrichten. Zieke personen die tijdens de Ramadan niet de kracht hebben om te vasten, kunnen de niet-gevaste dagen inhalen wanneer ze weer beter zijn. Degenen die geen hoop meer hebben om genezen te worden, of ouderen die niet in staat zijn om te vasten, kunnen daarvoor in de plaats fidya (donatie aan de behoeftigen) geven. Er zijn nog veel meer gemakken die onze godsdienst te bieden heeft, rekening houdend met de behoeften van de mensen in moeilijkere omstandigheden. De Islam kenmerkt zich door geboden die altijd en overal kunnen worden toegepast.

  1. Er is geen plaats voor extremisme in de Islam

De geboden van de Islam sluiten perfect aan op het verstand en op de natuurlijke staat van de mens (fiṭra). Onze taak hiertegenover is om deze geboden te gehoorzamen. In de Islam is er geen sprake van zelfkwelling in naam van de religie en geen sprake van een ellendig leven door bijvoorbeeld afstand te nemen van datgene wat ḥalāl is.

  1. De Islam is een religie van vriendschap en vrede

Een ander doel van de Islam is om liefde voor mensen en respect voor mensenrechten te plaatsen in het hart van de mens, ten behoeve van een voortdurende vrede en vriendschap in de maatschappij. Hiertoe heeft onze religie verschillende geboden en voorwaarden gesteld aan ware gelovigen om van elkaar te houden en respect te hebben voor de rechten van anderen.